Jeanette en Everardus: scholing

Dat de nieuwsjaarsbrief van uw moeder Jeanette in het Frans èn op rijm geschreven was, intrigeerde mij. Wat voor soort onderwijs zou zij gehad hebben? Het is verleidelijk te denken dat ze op de zogenaamde Franse school onderwijs gezeten heeft: “de moderne tegenhanger van de Latijnse school …Een opleidingsvorm naast die van de Latijnse school, want de elite bleef ver af staan van de burgerij, die van de Franse school gebruik maakte.” (Boekholt & Booy, 1987, p. 121)
Uw vader: Everardus Brautigam

Uw vader, mijn overgrootvader, Everardus Brautigam werd geboren op 22 januari 1858 in Hellevoetsluis.
De vestingstad Hellevoetsluis was sinds 1830 gegroeid tot ‘voorhaven’ van Rotterdam door het graven van het Kanaal door Voorne. Er waren verschillende marine-instellingen en opleidingsinstituten. Een plek waar uw grootvader, Hendrik Brautigam (1831-1906), zeker emplooi kon vinden. Zijn beroep was achtereenvolgens smidsknecht, smid op de Marinewerf, werktuigmaker, ketelmaker en uiteindelijk (varend) machinist. Zijn zoon en kleinzonen volgden hem in de scheepvaart.
1887: Mijne lieve Jeanette

Uw verkeringstijd was nog niet heel anders dan dat van uw ouders, vermoed ik. Tegenwoordig gaat dat wel héél anders dan in de tijd van uw ouders, Everhardus en Jeanette. De brieven van uw vader uit de begintijd van hun relatie vond ik in het archief van uw oudste zoon, Evert.
Everhardus, 2e machinist aan boord van de S.S. Voorwaarts, schrijft op 31 augustus 1887 een zeer verliefde brief aan “Mijne lieve Jeanette”, uw moeder.
“Daarom lieve Jeanette, troost U met mij, dat eens een einde hier aan zal komen, als wij, ik zeg het nog eens, en ook U het beleven mogen, eens in elkanders armen liefde en droefheid, zonneschijn en warmte belijden mogen, niet waar mijn lieve Engel. Ook ik zou wel ik weet niet hoeveel geven willen, zoo mij het geluk dat door mij met volle verwachting te gemoet
1895: Alexanderkade 16, Amsterdam

Samen met mijn oom Harris, uw jongste zoon (en roepnaamgenoot), ben ik gaan kijken naar uw geboortehuis, met – nog steeds, als adres: Alexanderkade 16 in Amsterdam. Op wat graffiti na (in uw tijd heette dat vast ‘bekladding’), staat het huis er nog net zo bij als in 1894. Het was toen nog maar vijf jaar oud. Uw ouders en de drie oudste kinderen, Martijn, Sophia en Jet, verhuisden daar toen van de Tweede (Ooster)Parkstraat (nummer 154) naartoe .
In die tijd heerste een schrijnende woningnood, omdat er een enorme immigratiegolf op gang was gekomen. In Friesland, Groningen en Overijssel heerste grote armoede en in
18 maart 1895: geboorte Henri Brautigam

Het archief van de burgerlijke stand van Amsterdam is voor een heel groot deel gedigitaliseerd. Dat begrip zegt u natuurlijk helemaal niets. Voor mij betekent het dat ik vanachter mijn bureau de tienjarige en eenjarige tafels kon doorzoeken en zo uw geboorteakte kon vinden.
Daaruit ontstaat meteen een beeld dat mij raakt: uw vader was ‘afwezend’ toen uw moeder op 18 maart 1895 om drie uur ’s nachts thuis beviel van u: Hendricus Petrus Josephus. Ze werd bijgestaan door ‘Doctor’ Jan Hermans. Zo ging dat als als je man zeeman is.